Onlangs is het Limburgs Wielerplan 2020-2025 gepresenteerd. Naar aanleiding hiervan nam wielerjournalist Robin van der Kloor van Dagblad De Limburger een interview af met Milan van Wersch en Mattie Kaelen van Limburg Cycling waarin de vraag ‘Is Limburg dé wielerprovincie?’ centraal stond.
Door: Robin van der Kloor
Dat Limburg dé wielerprovincie van Nederland is, lijkt een abc’tje. Toch zijn er nogal wat blokkades: van problemen om talenten te behouden tot het imago van wielrenners en koersen die zijn verdwenen.
Het recent gepresenteerde Limburgs wielerplan 2020-2025 begint met de zin ‘Limburg is dé wielerprovincie van Nederland’. Een uitspraak die al zo vaak gedaan is dat je er bijna overheen leest. Maar ís Limburg nu wel de wielerprovincie zoals algemeen wordt aangenomen? Met Tom Dumoulin als boegbeeld, de massa’s fietsers in het heuvelland en de voor Nederlandse begrippen iconische Amstel Gold Race lijkt het antwoord simpel met ja beantwoord te kunnen worden.
Sterker nog, zo stellen Limburg Cycling-bestuurders Mattie Kaelen (voorzitter) en Milan van Wersch (manager) vanuit hun kantoor pal aan het Tom Dumoulin Bike Park. ,,We zouden dat wel meer mogen uitstralen. Laatst zeiden Iwan Spekenbrink (eigenaar Team Sunweb, red.) en Bram Tankink (oud-prof, red.): jullie zijn te bescheiden: er is maar één echte wielerprovincie en dat is Limburg.”
Weinig beweging
Maar klopt dat beeld wel, als je inzoomt op het Limburgse wielrennen? Nergens wordt zo weinig (sportief) bewogen als in onze provincie. Het aantal koersen is in enkele decennia als sneeuw voor de zon verdwenen, talenten zoeken hun heil bij andere verenigingen buiten de provincie en dan is er nog die soms aan haat grenzende ergernissen aan wielrenners op de (Zuid-)Limburgse wegen.
Allemaal zaken waar Van Wersch (40, Partij) en Kaelen (38, Beek) instemmend op reageren. ,,Daarom is dit wielerplan er, daarom is Limburg Cycling er: veel gaat al goed, maar sommige dingen kunnen beter. Wij moeten boven de partijen staan en zoveel mogelijk drempels wegnemen om het Limburgse wielrennen te dienen.”, zegt Kaelen, in het dagelijks leven werkzaam als projectmanager bij de provincie Limburg. Waar het vroeger aan eensgezindheid en samenwerking schortte, probeert Limburg Cycling juist alle partijen met elkaar in contact te brengen: van scholen tot mogelijke geldschieters, van verenigingen tot hotels die omzet halen uit wielertoerisme.
Gras bij de buren
Op sommige punten maakt de provincie inmiddels stappen. Zoals de jeugd op de fiets krijgen. Van Wersch: ,,Zo geven we laagdrempelige clinics aan kinderen. Laatst waren er zomaar vijftien kinderen op een open training hier op het bikepark bij WCL Bergklimmers. Dat is toch mooi meegenomen.” Wielrennen is een dure hobby, maar Limburg Cycling beschikt over een ruimte met een groot aantal leenfietsen. Verder houdt profploeg Jumbo-Visma clinics in samenwerking met onder andere TWC Maaslandster. ,,Dat is niet per se om de volgende Tom Dumoulin te ontdekken, al ga ja natuurlijk wel uit een grotere vijver vissen als meer kinderen gaan wielrennen”, zegt Van Wersch, voor wie Limburg Cycling een fulltime baan is.
Een ander probleem is het behoud van talenten. Al decennia trekken talenten uit de regio de provinciegrens over en vooralsnog is die trend niet gestopt, ook niet sinds Limburg Cycling er is. ,,Kennelijk blijft het gras bij de buren groener”, zegt Van Wersch. ,,Wij hebben hier drie grote verenigingen met een eigen jeugdafdeling, maar in België zijn bijvoorbeeld ploegen die zich specifiek met nieuwelingen en junioren bezighouden. Dat is voor getalenteerde renners waarschijnlijk interessanter. Wij hebben ook parcoursen, trainers en een wedstrijdprogramma via de Limburg Cycling Selectie. Meer dan stimuleren om ze voor Limburg te behouden kunnen we niet doen.”
Drukte op de wegen
Het meest complexe van de wielersport op dit moment is misschien wel het spanningsveld tussen economie en draagvlak onder de bewoners. Want enerzijds willen Limburg Cycling en de provincie het fietstoerisme zoveel mogelijk promoten, maar tegelijkertijd liepen dit jaar de Limburgse wegen vol, met ergernissen en agressie in het verkeer tot gevolg. ,,Ik heb vanuit mijn huis uitzicht op de Gulperberg en kan beamen dat het erg druk is geweest”, zegt Van Wersch. Kaelen: ,,Niet alleen vanwege wielrenners, maar ook door mensen op elektrische fietsen, scooterrijders, motorrijders, automobilisten, wandelaars, noem maar op. Maar het is een probleem waar we niet omheen kunnen. Wij als Limburg Cycling moeten daarin ook een rol op ons nemen.”
Zo willen ze wielrenners gaan verleiden om ook wat onbekendere hellingen te beklimmen of ze naar Midden- en Noord-Limburg te lokken, zodat er wat meer spreiding komt. Kaelen: ,,Dat betekent dat we andere routes dan alleen de bekende Mergelland- en Amstel Gold Race-route moeten gaan aanbieden.” Verder denkt Limburg Cycling mee over aanpassingen in infrastructuur. ,,Je zou bijvoorbeeld meer (fiets)tunnels kunnen aanleggen op kruispunten met drukke wegen of sommige landwegen deels kunnen verharden voor fietsers.”
Tenslotte is er het pijnpunt van de verdwijnende koersen. Vroeger hadden veel dorpen hun eigen criterium, nu zijn ze – evenals de klassiekers – op een hand te tellen. „Dat is een landelijke trend, die we maar moeilijk tegen kunnen gaan”, zegt Van Wersch. ,,We hebben de Limburg Cycling Classics opgericht met een aantal klassiekers onder die vlag en sindsdien zijn nog geen van die wedstrijden verdwenen. Ik denk dat behoud van wedstrijden op dit moment het maximaal haalbare is.”
Fotocredits: Ermindo Armino / De Limburger